Historische onderbouwing

Historische onderbouwing van het belang van een vakstudie astrologie.

‘Astrologie is de praktijk van het verbinden van hemellichamen met levens en gebeurtenissen op aarde, en de traditie die daaruit is voortgekomen.’
University of Wales, Lampeter, afdeling Sophia Centre for the Study of Cosmology in Culture.

Inleiding

Overblijfselen uit de prehistorie, waaronder ingekerfde maanfasen op beenderen, laten zien dat de mens van oudsher naar de verschijnselen aan de hemel heeft gekeken.(1) Uit antropologische studies weten we dat het hoogst waarschijnlijk is dat de toenmalige mens hier ook een betekenis aan heeft gegeven. Al aan het begin van de geschreven geschiedenis blijkt dat verschijnselen aan de hemel door de mens in verband werden gebracht met gebeurtenissen op aarde, en gebruikt werden voor het bepalen van tijdstippen voor handelingen en rituelen. De vroegere mens zag een zinvolle samenhang tussen de bewegingen van de hemellichamen en dat wat zich op aarde voordoet.(2)

Zo ontstond de astrologie, die aanvankelijk een onlosmakelijk deel was van de maatschappelijke en religieuze ordening van land en cultuur, zoals in het oude Mesopotamië en het oude Egypte. Astrologie (3) was zelfs dermate verweven met die culturen, dat we kunnen stellen dat wanneer we dit onderdeel van oude culturen niet serieus nemen en niet bestuderen, we de essentie van deze culturen nooit kunnen begrijpen.

Daarbij gaat het niet alleen om de constatering dát er een betekenis werd gegeven aan de situatie aan de hemel, het is vooral van belang om te zien op welke wijze men destijds die relatie zag, en hoe dit vorm kreeg in rituelen, handelingen en opvattingen binnen die cultuur. Om hierin inzicht te krijgen kunnen we niet heen om de technieken die men gebruikte en hoe men interpreteerde. Technieken, inzichten en ervaringen blijken bij verschillende culturen en volkeren van de vroegste tijden tot heden heel uiteenlopend te zijn, en per cultuur te verschillen. Het inzicht dat je de oude culturen pas echt leert begrijpen door ook hun kosmologie en astrologie in ogenschouw te nemen, dringt meer en meer door in de wetenschap. Zo wordt Kepler College in de USA, dat zowel historische als moderne en zowel westerse als niet-westerse technieken onderwijst, regelmatig door universiteiten geconsulteerd, en heeft ook de Universiteit van Amsterdam in 2004 een wetenschappelijk congres gewijd aan onderzoek naar de rol van de astrologie in de geschiedenis, inclusief verwijzingen naar het duiden van horoscopen: ‘Horoscope and History’. Wetenschappers van verschillende Europese universiteiten presenteerden hier hun onderzoeksresultaten op dit gebied. (4)

Ontwikkeling van de astrologie in vogelvlucht.

Rond de 7e eeuw BC zien we dat in Mesopotamië de astrologie zich los begint te maken van religie en een zelfstandig kennisgebied wordt dat een empirische grondslag heeft. (5) Er wordt nauwgezet en systematisch onderzoek gedaan naar hemelverschijnselen en gebeurtenissen op aarde, alles vastgelegd in spijkerschrift op kleitabletten, ook wel ‘dagboeken’ genoemd. (6) Feitelijk ligt hier het allereerste begin van de wetenschap: de aanpak is volkomen rationeel en op onderzoek gebaseerd.

Ook elders worden verbanden tussen hemel en aarde gelegd, zoals in Egypte, en zijn veel rechtstreekse en indirecte verwijzingen te vinden in zowel Bijbel als Talmoed. Historicus Nick Campion toont aan dat de afwijzing van de Babylonische astrologie door de Hebreeërs in hun begintijd geen ontkenning was van de werkzaamheid van de astrologische technieken, maar vooral een afwijzing van de Mesopotamische cultuur die een grote rivaal was voor de Bijbelse profeten van YHWH. (7)

In de Griekse tijd verandert de manier waarop men naar de werkelijkheid kijkt en vindt er een zogenaamde paradigmaverandering plaats. In plaats van de nadruk te leggen op feitelijk onderzoek en empirische correlaties, wordt de nadruk gelegd op het denken in modellen, wiskundige patronen en theorieën. Feiten op basis van empirie worden alleen dán als belangrijk beschouwd, wanneer ze kloppen met een vooruit bedacht theoretisch model. Theorie en kritisch denken gaan vóór ervaringen. (8)

In deze tijd zien we een veel modelmatiger ontwikkeling van de astrologie, maar met als nadeel dat ervaringsfeiten die niet inpasbaar waren in de toenmalige modellen zo veel mogelijk buiten beschouwing zijn gehouden. Zo ontwikkelde zich een nieuwe vorm van astrologie, passend in de nieuwe manier van denken. De astrologie heeft nu niets meer met religie te maken, en is een kennisgebied en instrument geworden. Op dit moment worden alle belangrijke teksten en manuscripten uit deze tijd die met astrologie te maken hebben minutieus vertaald en bestudeerd door astrologen met een wetenschappelijke achtergrond en is er in de afgelopen decennia een schat aan studiemateriaal beschikbaar gekomen. (9)

Onder invloed van allerlei ontwikkelingen in de geschiedenis zien we dat de astrologie als kennisgebied op belangrijke punten wordt aangevuld door ervaringen in het Romeinse Rijk, totdat de kerk in de vroege middeleeuwen de astrologie als strijdig ging beschouwen met de christelijke verlossingsgedachte en een einde maakte aan de beoefening van het vak. Veel astrologen weken uit naar Babylonië, Perzië en India, waar deze culturen in de loop van de daaropvolgende eeuwen de vorm van astrologiebeoefening hebben beïnvloed.

Een verdere ontwikkeling vond plaats in de Arabische wereld, waar vanaf de 9e eeuw astrologie een essentieel deel was van de toenmalige cultuur. Arabische astrologische geschriften waren in het Spanje van de Moorse tijd voorhanden. Toen Europa Spanje op de Moren heroverde, werden veel van deze geschriften niet alleen gevonden, maar ook vertaald, en groeide ook de behoefte aan vertalingen van oude klassieke teksten. Zo begon een nieuw tijdperk in de Middeleeuwen, een tijd waarin universiteiten werden opgericht, de wetenschap zich begon te ontwikkelen en astrologie een normaal vak aan universiteiten was. (10)

Astronomie en astrologie gingen hand in hand, en zijn pas elk huns weegs gegaan in de loop van de 17e eeuw. Allerlei gebieden als landbouw en geneeskunde, maar ook de kunst, waren intens verweven met de astrologie. De manier waarop deze relatie destijds ervaren werd moeten we in het licht zien van een kijk op het leven die totaal anders was als die van de moderne mens. Het is daarom te kort door de bocht om vanuit onze huidige westerse visie de beoefening van de astrologie in Middeleeuwen en Renaissance als bijgeloof af te doen.

Assistant Professor Darin Hayton van Haverford College, PA, in de USA laat zijn studenten geschiedenis ook de geschiedenis van de astrologie bestuderen, met een nadruk op de turbulente 15e tot en met 17e eeuw. Hij hoopt de studenten een nieuw begrip bij te brengen van deze periode in de geschiedenis. De nieuwe inzichten en het nieuwe begrip van deze tijd houden in een aantal opzichten een kritische benadering in van de standaard opvattingen over deze periode op enkele gebieden. Hayton stelt dat huidige wetenschappers die gebieden bestuderen die als occult worden beschouwd heel veel verkeerde opvattingen en ideeën hebben over de rol van deze wetenschappen in de loop van de geschiedenis, en hij wijst ook op het algemene misverstand als zouden de dagelijkse horoscopen in dag- en weekbladen iets te maken hebben met de wetenschap van de astrologie. In zijn colleges laat hij zien dat de werkelijke astrologie niets met deze rubrieken te maken heeft. (11)

Als we begrijpen wat astrologen in de praktijk deden, kunnen we daaruit begrijpen hoe men de wereld zag. Astrologie werd van koningen tot pausen gebruikt, en was deel van de maatschappelijke verhoudingen en het bestuur, meer dan de moderne geschiedenisboeken laten zien. Hier geldt, net als bij de oude culturen, dat het begrijpen van de concrete beoefening van de astrologie ons een extra dimensie geeft in het begrijpen van de geest van de tijd van destijds.

Maar er is meer. We kunnen ons met recht afvragen of de astrologie wel al die eeuwen, ook de donkere middeleeuwen met afwijzing van elke vorm van astrologie, overleefd zou hebben als de techniek alleen maar bijgeloof zou zijn en geen resultaten zou geven. Zouden de diverse pausen astrologie gebruikt hebben voor het inrichten van zijn staatszaken als het geen werkzame methode zou zijn geweest? We weten dat Paus Paulus II openlijk voor zijn geloof in de astrologie uitkwam, Paus Sixtus IV liet zich voor allerhande staatszaken uitgebreid door astrologen adviseren en Paus Leo X gaf de astroloog Augustinus Niphus in 1520 een leerstoel in de astrologie. (12)

Astrologie heeft zich ontwikkeld uit een combinatie van empirie (vanaf de Babylonische tijd) en theorie (Griekse tijd) en invloeden van (astrologische) ontwikkelingen in onder meer Perzië, India en de Arabische wereld. In de loop van de tijd ontwikkelde zich een uitgebreid lichaam aan inzichten en duidingsregels, methoden en technieken. Het was een standaard vak in het systeem van universiteiten dat zich vanaf de 12e eeuw ontwikkelde.

In de 17e eeuw vond er opnieuw een paradigmaverschuiving plaats. Door de toenemende kennis en ontwikkeling van de wetenschap zagen we de ontwikkeling van lenzen, van microscoop tot telescoop, specialisatie aan universiteiten, en een duik in het bestuderen van de wereld van de stof. In die wereld verdween het symbolisch en metaforisch denken en kwam het concrete denken in wetten van oorzaak en gevolg op de voorgrond te staan. Binnen de nieuw ontwikkelende wetenschappen als de natuurkunde kreeg de astrologie geen plek meer. Het causale denken en het mechanischer wereldbeeld en denkmodel bood geen kader om de samengesteldheid van de astrologie in te passen, en deze nieuwe manier van kijken en wetenschapsbeoefening kon geen verklaring vinden voor de werking van de astrologie. Dat heeft uiteindelijk de astrologie (tijdelijk) de das omgedaan. Zo verdween de astrologie van de universiteiten, en werd nog slechts op heel beperkte schaal beoefend. (13)

Deze paradigmaverschuiving  betekende niet dat de astrologie bijgeloof was of niet werkzaam was, maar er was geen verklaring voor de werking ervan binnen deze nieuwe kijk op de wereld, en geen plaats in de toenmalige filosofische ontwikkelingen. Dat maakte dat een kennisgebied dat zijn sporen had verdiend, resultaten had gegeven en gebaseerd was op empirische feiten opnieuw, net als in de Griekse tijd, in zijn essentie terzijde werd geschoven omdat het niet paste in het nieuwe tijdbeeld.

In de 19e eeuw zien we een herleving van de astrologie, maar met beperktere middelen en veel minder kennis, omdat in de tussenliggende tijd veel belangrijk materiaal verdwenen was, simpelweg terzijde geschoven of weggedaan omdat het als waardeloos werd beschouwd. Aangezien de astrologie op dat moment geen deel was van de gevestigde wetenschappelijke orde werd het kennisgebied kwetsbaar om tot schaduwzuster van de wetenschap te worden. Hoewel het zijn plek aan wetenschappelijke instellingen had verloren, maar bepaald geen onzinnig kennisgebied was, werd de waarde van de astrologie nog ingezien door bepaalde groepen mensen. Veel van deze mensen waren tegelijkertijd deel van allerhande esoterische en spirituele stromingen, die dan ook de astrologie omarmden, zoals de Theosofische Vereniging in 1875. Het is echter onjuist om de oude wetenschap van de astrologie daardoor als occult of esoterisch te zien. Daarvoor rijken de wortels te diep in de geschiedenis. Astrologie zelf immers stond aan de wieg van het begin van de ontwikkeling van wetenschap.

Daarnaast ontstond er een toenemende interesse in de oorspronkelijke astrologie door mensen uit de academische wereld, mensen met een universitaire graad, die op positief-kritische wijze zich met astrologie gingen bezighouden, op zoek gingen naar het oude bronnenmateriaal, modern (statistisch) onderzoek deden naar overgeleverde astrologische correlaties, enz. (14)

Recente ontwikkelingen:

Vanaf het moment dat de astrologie weer vaste grond onder de voeten kreeg, zien we een aantal ontwikkelingen:

1-      Het naar voren komen van wat serieuze astrologen de jaarmarktastrologie noemen: het klakkeloos en kritiekloos toepassen van enkele astrologische technieken, vaak veel te zwart-wit en uit zijn verband gerukt, in een vorm die volgens de serieuze astrologie onjuist is en in strijd is met de oorspronkelijke leringen. Onder invloed van de media is dit het beeld gaan bepalen van de astrologie, terwijl boude beweringen en dagvoorspellingen voor de tekens van de dierenriem niets uitstaande hebben met de verfijnde technieken en methoden die zich in de loop van de eeuwen hebben ontwikkeld. Doordat veel media het liefst sterke uitspraken horen van astrologen, en kranten en tijdschriften hun oplagen zien teruglopen als er geen voorspellingen in staan, heeft deze vorm zich om louter sensationele en commerciële redenen kunnen handhaven. Dit mag je echter geen astrologie noemen in de echte betekenis, en de ontwikkeling van de jaarmarktastrologie kon alleen maar zo’n hoge vlucht nemen omdat de wetenschap geen plaats bood aan serieus verder onderzoek van deze oude discipline. Deze vorm mag de serieuze astrologie dus niet aangerekend worden, sterker nog, het heeft niets uitstaande met wat astrologie werkelijk is. Sceptici van de astrologie richten vooral hun pijlen op de jaarmarktastrologie, en blijken helaas bijzonder weinig of zelfs niets te weten van de serieuze astrologie. Veel kritieken uit wetenschappelijke hoek tonen schrijnend aan dat de critici niet de moeite hebben genomen te onderzoeken wat astrologen in de praktijk werkelijk doen, en vanuit een bevooroordeelde kijk oordelen; feitelijk een onwetenschappelijke benadering. Zo wordt astrologen verweten nog steeds met een sterrenhemel van 3000 jaar geleden te werken. Dat dit sinds 400 voor Christus niet meer het geval is, hebben veel critici (ook uit wetenschappelijke hoek) niet begrepen. Het geeft aan dat aanvallen op de astrologie veel meer vanuit emoties en vanuit verkeerde beeldvorming geschieden dan vanuit een eerlijke bestudering van de astrologie zelf.

2-      Naast de sterk aan de dag tredende jaarmarktastrologie ontwikkelde de serieuze astrologie zich verder, zowel in de praktijk als wat betreft onderzoek. Doordat veel oudere bronnen lange tijd niet bereikbaar, zelfs onvindbaar waren, ontwikkelden zich nieuwe vormen, gebaseerd op het wel beschikbare oudere materiaal. Geïnteresseerden in de astrologie met een wetenschappelijke basis of intellectuele achtergrond begonnen cycli en patronen te bestuderen en die te verbinden met andere wetenschappelijke gebieden die in ontwikkeling waren, zoals de economie en de psychologie. Het gevolg was dat hieruit nieuwe takken van astrologie ontstonden, zoals de psychologische astrologie, de economische astrologie, de politieke astrologie, de financiële astrologie, enz., elk met een geheel aan duidingsregels gebaseerd op zowel oude kennis als nieuwe inzichten en ontdekkingen.

3-      In de jaren 90 verbonden een aantal astrologen met een wetenschappelijke achtergrond zich tot een groep die actief op zoek ging naar de oude geschriften en de daarin vervatte methoden en technieken. Doel was om deze geschriften zo getrouw mogelijk te vertalen, te bestuderen en te analyseren. Omdat de astrologen weten waarover ze praten zijn ze beter dan een gangbare vertaler in staat om de oude teksten te begrijpen. Degenen die zich aan dit werk hebben gezet waren astrologen die zowel de betreffende oude taal beheersen (Grieks, Latijn, Sanskriet, etc), als grote vakkennis hebben op het gebied van de astrologie, én een serieuze wetenschappelijke benadering voorstaan. Op dit punt kunnen we Project Hindsight noemen, dat zich heeft gespecialiseerd in hellenistische astrologie, en Arhat dat onder meer Arabische teksten, en teksten uit middeleeuwen en Renaissance heeft uitgebracht. Deze projecten gaan nog steeds door, en hebben geleid tot een serieuze studie van de oude methoden en technieken, plus het onderzoeken van de mogelijke waarde ervan voor de moderne tijd. Het geld voor deze projecten wordt geheel door de astrologische gemeenschap wereldwijd opgebracht.(15)

4-      Die wetenschappers die serieus en onbevooroordeeld de astrologie benaderen, hebben in de loop van de afgelopen decennia ook belangrijke bijdragen geleverd aan het objectiever kijken naar de astrologie. Zo heeft Bernadette Brady, M.A. een afstudeerscriptie geschreven waarin ze aantoont dat de nieuwste ontwikkelingen in de chaos- en complexe theorie een wetenschappelijke basis aan de astrologie geven. Ze is op dit moment bezig met werken aan haar promotie tot Ph.D. aan de universiteit van Wales, Lampeter, op dit onderwerp. Een ander voorbeeld is de Amerikaanse hoogleraar in de filosofie, Richard Tarnas, die in zijn boek ‘Cosmos and Psyche’ verslag doet van zijn uitgebreide onderzoek naar historische gebeurtenissen en ontwikkelingen enerzijds, en planeetpatronen aan de hemel anderzijds. Het is een indrukwekkende studie van de samenhang tussen hemelverschijnselen en gebeurtenissen op aarde. (16)

5-      Inmiddels is de astrologie bezig terug te keren op de universiteit als serieuze studie. In Engeland is dat aan de universiteit van Wales, waar het mogelijk is om een M.A. te behalen in Cultural Astronomy and Astrology. In India is hun eigen vorm van astrologie op vele universiteiten teruggekeerd en wordt door de regering een actief beleid gevoerd om de studie ervan te bevorderen. Recente publicaties in kranten laten zien dat het in India al heel normaal is geworden astrologie te gebruiken in het bedrijfsleven. (17)  Ook in Nederland zien we een toenemende openheid over het gebruik van de astrologie in bedrijven, zoals onder andere bij het ondersteunen van management, bij coachen of bij het nemen van financiële beslissingen, zoals een uitgebreid artikel in de zaterdagbijlage van het Financieel Dagblad van 1 mei 2010 liet zien. (18)

6-      Zowel de maatschappij als de officiële wetenschap zijn in een fase beland die alle tekenen vertoont van een nieuwe paradigmaverschuiving, met een accent op een nieuwe manier van denken en kijken, die voor een deel is aan te duiden als holistisch denken. In zijn boek ‘Holism and Evolution’ uit 1926 definieerde Jan Smuts holisme als ‘De tendens in de natuur gehelen te vormen die groter zijn dan de som der delen door creatieve evolutie’. (19) De basisgedachte komen we al tegen in de beroemde uitspraak van Aristoteles in zijn Methaphysica: ‘Het geheel is meer dan de som der delen.’ De astrologie past in complexe systemen en hangt samen met een wereldbeeld dat niet gebaseerd is op atomisme of reductionisme, maar juist gebaseerd is op een veelheid van onderlinge samenhangen, waarbij er sprake is van een sterke verwevenheid van alle onderdelen met elkaar.  Ontwikkelingen in de natuurkunde, met name de kwantumfysica, leidden tot een heel nieuwe kijk op de verbondenheid met alles, zoals oosterse religies al eeuwenlang hebben aangegeven. Natuurkundigen als Fritjov Capra en Gary Zukav schreven boeken over de relatie tussen natuurkunde, tao en religie; boeken die wereldbestesellers werden. (20) In dezelfde tijd ontwikkelde zich een steeds sterker milieubewustzijn, dat zeker na Al Gore’s ‘An unconvenient truth’ heeft geleid tot een groter besef dat alles met alles samenhangt en dat we deel zijn van één groot geheel, waarmee we door allerlei complexe samenhangen en interacties verbonden zijn.

7-      Dat verbindende denken is vertrouwd voor de astroloog, zowel in het verre verleden als in het heden, en voor een astroloog zijn de samenhangen tussen hemelverschijnselen met dat wat op aarde gebeurt een feit. Waar deze samenhangen de afgelopen eeuwen door de wetenschap zijn geridiculiseerd omdat ze niet pasten in theorieën over zwaartekracht of energie, hebben (empirische) observaties van astrologen laten zien dat er sprake is van een grotere hoeveelheid samenhangen dan kon worden aangenomen binnen het gangbare wetenschappelijke paradigma.

8-      Vanuit de wetenschap zelf komen nu echter nieuwe verklaringsmodellen, nieuwe theorieën en hypothesen die een heel ander licht werpen op de astrologie, en veel in belofte hebben. Verschillende wetenschappers hebben reeds aangegeven dat deze nieuwe ontwikkelingen, in tegenstelling tot het oudere mechanistische wereldbeeld, wel mogelijke verklaringen hebben over hoe astrologie werkt. Het holografisch paradigma, de ontwikkelingen op het gebied van de chaos- en complexe theorie, onderzoekingen rond het nulpuntenergieveld, het zijn enkele van de veelbelovende nieuwe en wetenschappelijk baanbrekende ontwikkelingen die mede tot gevolg hebben dat de astrologie weer wordt gezien voor wat ze werkelijk is: een oude en waardevolle wetenschap.(21)

Verantwoorde astrologiebeoefening.

Uit al deze ontwikkelingen is een waardevol instrument voor de moderne tijd tevoorschijn gekomen, een instrument dat de kennis van cycli aan de hemel weet te verbinden met gebeurtenissen op aarde in de breedst mogelijke zin. Overgeleverde oude, en nieuw ontwikkelde technieken dienen op de juiste manier te worden toegepast, en ook op ethische en verantwoorde wijze te worden gebruikt.

Het is geen geheim dat goede vakastrologen regelmatig werk verrichten voor bedrijven en organisaties, tot in de hoogste kringen. Niet alleen in landen als Amerika of India, maar ook in Nederland. Er werd wat lacherig gedaan over het feit dat Reagan zijn ontmoetingen met Gorbatsjov liet timen door een astrologe. Feit is dat de geschiedenis heeft laten zien hoe belangrijk deze waren voor de ontwikkelingen in de relatie tussen Amerika en Rusland. (22)

Van de expertise van astrologen blijkt al op verschillende gebieden actief gebruikt te worden gemaakt, zoals bij coaching, outplacement en personeelsbeleid, maar ook voor zakelijke en financiële analyses, investeringsvraagstukken, begeleiden van veranderingsprocessen, enz. Het is daarom heel belangrijk dat er een officiële vakopleiding komt die studenten de juiste technieken leert, en alles wat er bij het verantwoord uitoefenen van het vak astrologie komt kijken. Zo lang die er niet is, blijft er een groot risico bestaan dat niet gekwalificeerde mensen zich voordoen als astroloog, en zonder verstand van zaken schadelijke adviezen geven. Ook is het erg belangrijk dat binnen het vakgebied onderzoek wordt gedaan om een zo hoog mogelijke kwaliteit te borgen, en dat studenten geleerd wordt om de aangeboden stof ook zelf kritisch te evalueren en nieuw onderzoek te doen.

Er is inmiddels een groep goede astrologen die uitstekend werk doet, maar helaas ook een grote groep beoefenaren van de astrologie die niet de belangrijke methodieken kennen of toepassen, en niet op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen. Ook dat laatste is nodig, omdat het van belang is te leren van zowel ervaring als onderzoek, en een goede astroloog ook moet weten waar de beperkingen van de astrologie liggen.

Het hoofddoel van de Academie voor Toegepaste astrologie is de student op HBO-niveau alle vereiste methoden en technieken verantwoord te leren toepassen, in lijn met de ethiek van onze tijd, en hem doelgericht en praktisch te leren functioneren in diverse maatschappelijke geledingen en werkvelden.

Daarnaast wil de Academie voor Toegepaste Astrologie de student vertrouwd maken met kritisch denken en wetenschappelijke inzichten, zodat de student ook op een verantwoorde manier eigen onderzoek kan verrichten.

Noten:

1) Dat men in de prehistorie al duidelijk met de observatie van de hemel bezig was blijkt onder meer uit de grotschilderingen van Lascaux (plm. 15.000 BC) waar we maanfasen, de Pleiaden en andere hemelverschijnselen kunnen zien. Burkard Steinrücken van het Westfaalse Observatorium en Planetarium van Recklinghausen, Duitsland, belichtte de ‘Hemelschijf van Nebra’ in zijn: “An interpretation of the ‘Sky Disk of Nebra’ as an icon for a bronze age planetarium mechanism with parallels to the moving worldsoul in Plato’s Timaeus”, in: ‘The Inspiration of Astronomical Phenomena. Proceedings of the Fourth Conference on the Inspiration of Astronomical Phenomena, Magdalen College, Oxford, 3-9 August 2003)

2) Campion, N., Ph.D.: A History of Astrology. Volume I: The Ancient and Classical Worlds. London, 2008

3) Zie voor de definitie van astrologie citaat van de Universiteit van Wales.

4) De presentaties op dit congres zijn later verschenen in het boek  Oestmann, Rutkin en Von Stuckrad: ‘Horoscopes and Public Spheres: Essays on the History of Astrology.’ Berlijn, 2005.

5) Tijdens de regeringsperiode van Nabonassar, vanaf 747 voor Chr. worden alle hemelverschijnselen tot in detail bijgehouden, van planeetbeweging tot eclips, tezamen met alles wat er op aarde gebeurde, van oogst tot oorlog. De uitkomsten van deze vergelijkingen speelden een belangrijke rol in het adviseren van de koning, en astrologie was onlosmakelijk verbonden met het bestuur van de samenleving.

6) Zie o.a. ook Hermann Hunger en David Pingree: Astral Sciences in Mesopotamia. Brill, 1999. Band 44 in de serie Handbook of oriental studies. En: A.H. Sayce, M.A.: Astronomy and astrology of the Babylonians, with translations of the tablets relating to these subjects. 1874, reprint 1981. En het boek van wetenschapshistoricus en religiewetenschapper Dr. Werner Papke: Die geheime Botschaft des Gilgamesch. 4000 Jahre alte astronomische Aufzeichnungen entschlüsselt. Bergisch Gladbach, 1966.

7) Zie voor Egypte onder andere het baanbrekende onderzoek naar de relatie tussen astronomische verschijnselen en mythologie en religie van Jane B. Sellers: The Death of Gods in Ancient Egypt. Editie 2003.
Rabbi Joel C. Dobin: To rule both day and night. Astrology in the Bible, Midrash and Talmud. New York, 1977.
Nicolas Campion, Ph.D.: A History of Western Astrology, Volume I, London, 2008

8) Prof. Franz Cumont: Astrology and Religion among the Greeks and Romans. New York, 1960, herdruk van 1912. En: Dr. Edwin Pfeiffer: Studien zum Antiken Sternglauben. Leipzig, 1916.
Ook: Dr. Wilhelm Gundel: Neue astrologishe Texte des Hermes Trismegistos. Funde und Forschung auf dem Gebiet der antiken Astronomie und Astrologie. (1936) en
Sterne und Sternenbilder im Glauben des Altertums und der Neuzeit. (1922)  en
‘Religionsgeschichtliche Lesefrüchte aus lateinischen Astrologenhandschriften’. In: Mélanges Cumont. Annuaire de l’Inst. de Philologie et d’Histoire Orientales et Slaves. Univ.Libre de Bruxelles 4, 225-252, en
Wilhelm GUNDEL und Hans Georg GUNDEL, Astrolegumena. Die astrologische Literatur in der Antike und ihre Geschichte. (Sudhoffs Archiv. Beiheft 6). Wiesbaden, 1966
Prof. Dr. Frederick H. Cramer: Astrology in Roman law and politics. Philadelphia, 1954.
Dr. Roy Willis en Dr. Patrick Curry: Astrology, science and culture. Oxford, New York, 2004.
Zie ook: G.E.R.Lloyd: Magic, reason and experience. Studies in the Origins and Development of Greek Science. Cambridge, 1983.

9) Project Hindsight, zie noot 15.

10) Campion. N., Ph.D.: An introduction to the history of astrology. London, 1982.

11) Nieuwsbrief Haverford Colleges, PA., USA, December 2005.

12) Campion, N., Ph.D.: A History of Astrology. Volume II: The Medieval and Modern Worlds. London, 2009.  En Knappich, Wilhelm: Geschichte der Astrologie. Frankfurt am Main, 1967. Jim Tester (classicist): A history of western astrology. New York, 1987.

13) De laatste universiteit waar astrologie nog integraal onderwezen werd, was de Universiteit van Salamanca. Hier verdween de astrologie uiteindelijk in 1776.
Een uitstekende verhandeling over verschuivingen in paradigma’s in de geschiedenis, en de gevolgen daarvan voor wetenschap en maatschappij is te vinden in: Prof. Stanley Jeyaraja Tambiah: Magic, science, religion and the scope of rationality. Cambridge University Press, 1990.

14) Zie bijvoorbeeld de statistische onderzoekingen van de Franse psycholoog en statisticus Michel Gauquelin, weergegeven in “L’Influence des Astres” (1955), “Les Hommes et les Astres” (1960, met een voorwoord van Prof. Hans Bender) en “L’Hérédité Planétaire” (1966).

15) Project Hindsight: initiatief in 1992; in 1993 werd gestart met het project door deskundigen Robert Schmidt, Ellen Black, Rob Hand and Robert Zoller. Het ontwerp van het vertaalprogramma was uniek: het anticipeerde op de noodzaak dat vertalingen door nieuwe inzichten steeds herzien moesten. Omdat de antieke astrologie tot dan toe zo weinig begrepen was, was het duidelijk dat een definitieve vertaling van welk werk ook niet uitgegeven zou worden totdat ook de meest duistere passages gecorrigeerd konden worden of uitgelegd konden worden aan de hand van overeenkomende passages uit andere astrologische werken. Er werd dus én vertaald, én onderzocht, én gelijkluidende teksten werden vergeleken.
Arhat vloeide hieruit voort in 1997 en wordt geleid door Dr. Rob Hand. Arhat beheert een archief van oude manuscripten en publiceert zeldzame geschriften voor de astrologische gemeenschap. Doel is ook om het bronnenmateriaal van de historische astrologie veilig te stellen.

16) Bernadette Brady, M.A.: Astrologie, een plek in de chaostheorie. Amstelveen, 2007
Prof. Richard Tarnas: Cosmos and Psyche. Intimations of a new World View. New York, 2006.

17) Zie onder meer The Sophia Centre for the Study of Cosmology in Culture aan de Universiteit van Wales, Lampeter, waar een Master-graad behaald kan worden in Cultural Astronomy and Astrology.
Ook elders in de wereld zijn er serieuze wetenschappelijke ontwikkelingen, van India tot de USA, zoals bv. Kepler College.
Indian Express, 27 april 2010: de ICAS, de Indian Council of Astrological Sciences meldt bij monde van zijn voorzitter rechter S.N. Kapoor (voormalig rechter van het Delhi Hooggerechtshof) dat astrologen geraadpleegd worden bij zowel het inhuren als ontslaan van personeel, en Human Resource Managers bijstaan.
www.zeenews.com van 28 april 2010 schrijft dat het Bombay Hooggerechtshof heeft bepaald dat astrologie een oude wetenschap is en niet kan worden uitgebannen, en dat het een door de tijd geteste wetenschap is.

18) FD persoonlijk, Financieel Dagblad zaterdag 1 mei 2010, artikel: De manager ziet sterren. Artikel van Menno Bosma.

19) Smuts, Jan C.: Holism and Evolution, 1926 MacMillan, herdruk: Greenwood Press 1973

20) Capra, Fritjov: The Tao of Physics, 1975 (Nederlands: De tao van de fysica.) ; The Turning Point Sciense, Society and the Rising Culture, 1982  (Nederlands: Het Keerpunt); samen met D. Steindl-Rast en Th. Matus: Beloning to the Universe: Explorations of the Frontiers if Science and Spirituality, 1991. En:
Zukav, G.: The Dancing Wu Li Masters: An Overview of the New Physics. 1979. Nederlands: De dansende Wu Li meesters.

21) Brady, zie noot 16,
Wilber, K. (editor): The Holographic Paradigm and Other Paradoxes. Exploring the Leading Edge of Science, Boston, 1982
McTaggart, L.: Het veld. De zoektocht naar de geheime kracht van het universum. Deventer, 2004.

22) Joan Quingly: ‘What Does Joan Say?’ My Seven Years as White House Astrologer to Nancy and Ronald Reagan. New York, 1990.